Bijna iedereen die het artikel van professor B. Smalhout in de Telegraaf van 16 april las, was geschokt.  Dat is niet vreemd, want het aanzien van een knekelput is nu niet bepaald iets om vrolijk van te worden.

 

Maar hoe dacht de geachte burger dat het vroeger is geweest?  In een groot en dun bevolkt land zijn eeuwigdurende graven (wat is eigenlijk eeuwigdurend?) geen probleem.  Maar dat is Nederland nu eenmaal niet meer.  En doordat de helft van de Bevolking zich laat cremeren, is de toestand nog enigszins redelijk.

Toen Nederland nog een bevolking had van minder dan zes miljoen mensen, was ruimtegebrek ook al een probleem. Maar wel acceptabel aangezien de knekels niet in een put gingen, maar in een knekelhuis.  Dat was een schuurtje waar schedels en beenderen opeen werden gestapeld.

Een voorbeeld is te zien op de tekening van Jan Luiken uit 1694 van een doodgraver die trots een stapel schedels toont met achter zich een kruiwagen vol beenderen. Dit opslaan van schedels en botten was echter ook verre van ideaal.  Zo beschreef ene W. Roelvink (1811) weerzinkwekkende taferelen in Winterswijk, waar de jeugd met doodshoofden voetbalde en elkaar met boven- of dijbenen te lijf ging.

Hoe het anders kan, maar wat in Nederland niet haalbaar is, ziet men in het Oostenrijkse stadje Hallstat, waar het meest beroemde knekelhuis ter wereld staat.  Ook in andere kleine Alpendorpen trof ik onder de kerk kelders aan met op een hoop gegooide schedels en beenderen.  Ook iedere stad of dorp in Nederland bezat vroeger zo'n knekel-, beenderen of bottenhuisje, in het Latijn Ossuarium.  Het laatste knekelhuis - op Urk- werd in 1930 afgebroken en geruimd.  Ook deze beenderenmassa gingen in een put!

Het begraven in de kerken was eveneens verre van ideaal.  Ik was bij opgravingen in de Broerenkerk te Zwolle aanwezig, in 1987 en 1988. Daar lagen de doden zeven lagen dik op elkaar, terwijl de kerk in 1725 al een keer was 'geschoond'.  Wat is een oplossing waar iedereen zich in zou kunnen vinden?

In Mexico kunnen familieleden na tien jaar de beenderen uit het geruimde graf schoonmaken en in een hiervoor bestemd kistje bergen. Dit kistje wordt opgeslagen in een grote loods.  Hier gelooft men nog dat de beenderen noodzakelijk zijn voor een lichamelijke opstanding.  Bij ons gaat het om een acceptabele afwerking.

Een modern, openlijk zichtbaar knekelhuis - een 'Rusthuis onzer voorouders' moet in een moderne vorm te realiseren zijn. Bijvoorbeeld door het instellen van een soort verwijderingsbijdrage.   Want zonder geld beweegt zich niets. Wie bindt deze kat de bel aan?

HENK KOK

Bron: Vakblad Uitvaart Mei 2005